Geboren op de dag na.....

Het is elf september, een mooie zonnige herfstdag in 2001. In de verte hoor ik irritant gerinkel. Ik schrik wakker. Met m'n rechter hand sla ik de wekker uit en besluit me nog even om te draaien. Zo lig ik nog even na te genieten van een, onder omstandigheden, goede nachtrust. Op straat hoor ik moeders met kinderen naar school lopen. Een neuriënde oudere dame en een groepje opgeschoten pubers op de fiets komen voorbij. Ik besluit op te staan en met dat ik mijn benen moeizaam uit het bed wil draaien hoor ik : "plok!". En gelijk met het vreemde geluid lijkt het alsof ik in mijn broek plas...........
" Gatver, nee hé?! " denk ik nog. Snel hobbel ik naar het toilet. Ik kom al snel tot de ontdekking dat ik niet moet plassen maar dat de vliezen zijn gebroken...........
Zonder na te denken doe ik wat de verloskundige mij heeft opgedragen. Gehaast draai ik de dop van mijn poederdoosje. Ik laat wat vruchtwater erin lopen. Het is nog helder. Godzijdank. Troebel zou foute boel zijn.
Zo sta ik een tijdje in de badkamer en ik merk dat het minder wordt. Je hoofdje  fungeert even als een stop. Ineens realiseer ik mij dat het begonnen is! Maar je bent te vroeg! Veel te vroeg!! Drie weken te vroeg. Vreemd genoeg raak ik niet in paniek. Er komt een serene rust en mijn gevoel zegt dat het goed is. Ik wist het eigenlijk al langer. Je wilt gewoon geboren worden, je bent het zat in mijn buik. Voorzichtig hobbel ik naar de slaapkamer en kleed mij rustig aan. Beneden pak ik de telefoon en bel de verloskundige om advies. Je bent mijn eerste kindje, het is allemaal nog zo nieuw. Ze stelt mij gerust. Het kan nog wel even duren. Rustig loop ik naar de keuken en maak mezelf een ontbijt. Ook al ben ik gerust gesteld door de verloskundige bel ik toch je vader. Hij besluit naar huis te komen op aandringen van zijn vrouwelijke collega's. Zo zitten we de hele dag en vroege avond te wachten. Wachten totdat de weeën beginnen. Ik blijf rustig en doe m'n ding. Je rompertjes hangen voor de derde  keer aan de lijn te drogen samen met je sokjes en een paar schattige truitjes. Je kast met kleertjes, dekentjes, en luiers ruim ik voor de zoveelste keer weer opnieuw in. Op je kamertje kijken je knuffeltjes verlangend naar mijn dikke buik....
Na het eten zitten we samen op de bank en ik merk dat ik af en toe een wat zwaar zeurderig gevoel krijg in m'n onderbuik. Het gaat beginnen!
Weer zegt de verloskundige dat er niets aan de hand is en dat het nog wel even kan duren. Zo lijkt het wel inderdaad. Je neemt de tijd. Samen met je vader zit ik voor de t.v., lees de Libelle, loop een rondje door de kamer, pluk dode bloempjes uit de begonia, drink een glaasje water, zit ik weer voor de t.v.
Het gevoel in mijn buik wordt tegen de nacht heftiger. Het begint nu ook wel een beetje zeer te doen. Maar het is allemaal prima te houden. Ik kan de weeën weg zuchten zoals geleerd op de puf club. Je vader heb ik inmiddels naar boven gestuurd. Ik ga niet mee, de weeën worden heftiger en ik wil alleen zijn. Ik kan niet slapen. Hij heeft z'n rust nog wel nodig voor wat komen gaat.....
Om ongeveer drie uur in de ochtend zet ik de t.v. weer aan. Even wat afleiding. Ben de weeën als een prof. aan het weg zuchten. Met dat je mij weer wat rust gunt zap ik door naar CNN. Ik zie een brandweerman op straat staan. Hij spreekt met iemand en kijkt ineens verschrikt naar boven. Ik zie met hem een vliegtuig laag overvliegen. Met zijn blik gefixeerd op het vliegtuig draait de camera samen met hem mee en tot mijn verbijstering boort zich het vliegtuig in de toren van het World Trade Centre .Even heb ik het idee dat ik naar een rampenfilm zit te kijken. Een welkome afleiding : " O, leuk, een nieuwe  film!"; denk ik nog......
Dan zie ik een CNN reporter in paniek kijken naar z'n collega. De beelden van het vliegtuig ,dat zich in de eerste toren boort, worden herhaald. Ik concludeer al snel dat ik niet naar een film zit te kijken. Een ongeluk, een vreselijk ongeluk aan de overkant van de oceaan.
" Net als jij geboren wilt worden."; zeg ik tegen m'n buik. Langzaam voel ik weer een wee opkomen. Ik hang onderuit op de bank de wee op te vangen. Ik zucht een paar keer diep en met dat de wee op het toppunt zit zie ik een ander vliegtuig achter de rokende toren tevoorschijn komen. Het vliegt niet rechtdoor. Het draait en stort zich zo in de tweede toren..............
Mijn hart gaat als een razende tekeer. En niet omdat ik een wee zit weg te puffen. Ik roep naar boven. Je vader komt verschrikt naar beneden en vraagt of het zo ver is. Ik wijs naar de t.v. Vol ongeloof kijkt hij naar de beelden. Geen ongeluk, geen film maar een aanslag. Een terroristische aanslag op Amerika. In mij wil een klein mensje geboren worden en aan de overkant van de oceaan sterven mensen op een afschuwelijke manier. Ik zie ze springen, vallen. Even wordt ik misselijk. Ik sta op en loop naar de keuken met een wirwar van gevoel en ongeloof.
Weer een wee. Ik kan niet meer zitten. Mijn rug en benen doen mee. Ze doen zeer. Ik loop, ik puf. En in mijn ooghoek zie ik de herhalingen van de beelden van de beide vliegtuigen die zich in de prachtige torens van New York boren. En dan ineens......
Meer dan alleen vuur en rook. Dikke stofwolken. De lange spriet op de toren zie ik langzaam als in slow motion naar beneden zakken. De eerste toren stort in. Ik denk nog:  " O mijn god, al die mensen, die mensen zitten nog in de toren....".
Weer een wee. Mijn lichaam trekt zich niets aan van wat mijn ogen zien en mijn hart ervaart. Ik begin weer te ijsberen, handen op m'n rug , puffend door de kamer. Het begint bij ons ook licht te worden. De ochtend dringt zich aan. De verloskundige belt aan. De televisie gaat uit. We moeten naar het ziekenhuis, het duurt te lang.
De weeën zetten niet door en ik krijg een infuus. Het werkt als een tierelier. Om 14.22 uur wordt je geboren. Ik lig in het ziekenhuis bed bij het raam. Ik staar naar buiten en mijn gedachten gaan naar vannacht, de beelden van de beide vliegtuigen, de torens, de vallende en springende mensen, de stofwolk.... Even heb ik het gevoel gedroomd te hebben.
Ik hoor een klein kreuntje. Ik kijk naast mij. Daar lig je, m'n meisje. Je ligt heerlijk bij mij te slapen. Ik kijk naar je perfecte roze gezichtje. Witte haartjes op je ronde koppie. Kleine handjes met nog kleinere vingertjes. Ik raak je aan. Je bent inderdaad zo zacht als een perzik. En je bent gezond. Drie weken  te vroeg en kerngezond!
Ik denk nog ; "Wat een paradox, jij hier, pas geboren, in m'n armen en daar mensen vallend naar hun dood."
Je oogjes gaan open en we kijken elkaar aan. We hebben contact. Het is alsof je voelt waar ik aan zit te denken........
Stiekem ben ik blij dat je op twaalf september geboren en niet de dag ervoor. Met vrienden en vriendinnen, slingers, cadeaus en hoopvolle gedachten, vieren wij elk jaar jouw geboortedag. Maar ik denk ook weer terug aan de mensen die toen aan de overkant van de oceaan gestorven zijn.
Als ik op jouw verjaardag afdwaal met mijn gedachten en terug denk aan die fatale gebeurtenis, en aan het wonder van jouw geboorte, zoek ik in het feestgedruis weer je blik. Net als toen is er weer de herkenning. En samen voelen we meteen hoe bijzonder het moment was toen jij geboren werd.............


Dit korte verhaal is Woensdag 11 September 2013 in de Meppeler Courant gepubliceerd.